Antipsychotica in de behandeling van patiënten met een psychotische stoornis

Rubriek: Farmacotherapie
Verpleegkundige Verpleegkundige specialisten

Behandeling met antipsychotica is een van de belangrijkste interventies in de behandeling van patiënten met een psychotische stoornis. De eerstegeneratie antipsychotica kwam vanaf de jaren vijftig van de vorige eeuw op de markt.
Vanaf de jaren negentig kwam de tweedegeneratie antipsychotica op de markt.
Antipsychotische medicijnen werken door de dopaminereceptoren (gedeeltelijk) te blokkeren. Daardoor neemt het effect van overmatige dopamineactiviteit af, wat afname van positieve symptomen (wanen en hallucinaties) tot gevolg heeft. Helaas kunnen door het blokkeren van dopaminereceptoren ook ongewenste effecten optreden, zoals bewegingsstoornissen, metabole bijwerkingen of een verergering van negatieve symptomen.
De dosis en de duur van de behandeling met antipsychotica zijn afhankelijk van de fase van de aandoening. Clozapine, olanzapine, risperidon, quetiapine, aripiprazol, paliperidon, lurasidon, en sertindol en eerstegeneratie antipsychotica hebben alle ongeveer evenveel effect op positieve symptomen. Bij het maken van een keuze is het bijwerkingenprofi el van de verschillende middelen het meest doorslaggevend. Daarbij dient de voorschrijver rekening te houden met de individuele voorkeur van de patiënt.
De keuze voor een middel dient op basis van shared decision making plaats te vinden.

Editie 3, 2014 Download artikel

Inloggen